Terug naar de begin pagina met het weer in Silvolde

 Actueel
 Webcam

 Weerbericht
 Weerpresentatie

 Weerpraat
 Weeroverzicht
 Weerstations
 Weergaloos
 Weerweetjes
 Weerlinks

 Weerdag
 Te koop
 Banner
 Stationinfo
 Weerdiensten

 Regiolinks
 Regioagenda
 Boertour

 Gastenboek
 Contact

reactie op de website, voor meer info klik op contact

Weerweetjes

Weerweetjes 2003

2005 2004 2002
 
Voor de recordjagers onder ons is er nieuws. Allereerst heeft het KNMI een bijstelling gemaakt wat de temperatuur van 23 op 24 oktober betreft op het vliegveld Twenthe. Vrijdagochtend rolde er -8.4 uit de bus, maandag werd bekend gemaakt dat het officieel -8.5 graden is geworden. Dat betekent een evenaring van de absoluut laagste temperatuur ooit gemeten in de oktobermaand. Die "eer" viel te beurt aan Winterswijk, daar werd het op 28 oktober 1931 ook -8.5 graden. In de nacht van maandag op dinsdag noteerde Nieuw-Beerta met graden de 13e vorstdag. Dat is wel een nieuw record. Het vorige stond op naam van oktober 1920, toen noteerde het KNMI-station Winterswijk 12 vorstdagen. Zo kunnen we voor de zoveelste keer constateren dat de computermodellen weer flink onderuit zijn gegaan. Werd er in sommige kringen begin vorige week gesuggereerd dat het deze week 12 a 14 graden zou worden. Vrijdag werd aangenomen dat het na het weekeinde gedaan zou zijn met de vorst. Neem van mij aan, dit jaar is een heel aparte. Niet voor niets werd gespot met het aantal zonuren in februari en maart, noteerden we in juni op veel plaatsen 30 warme dagen op rij. De zomer miste op een haar na de absolute heerschappij. Nu wordt het al de 2e te koude maand op rij, althans wat de Bilt betreft. In de tweede helft van deze week wordt het geleidelijk wel wisselvalliger, maar een echte onvervalste verzachting zit er niet in. Door meer bewolking en meer wind zal wel de kans op vorst van betekenis kleiner worden. Overdag ligt het kwik op een niveau van ongeveer 8 a 10 graden.
19-10 Jaar 2003, zeer zonnig
Op zaterdag 18 oktober passeerde het KNMI in de Bilt de 1830 uur zonneschijn tot nu toe in 2003. Daar mee is 1949 met 1830 uur van de derde plaats geduwd. Met nog ruim twee maanden voor de boeg wordt de jacht geopend op de jaren 1947 met in totaal 1883 uur en koploper 1959 met 1987 uur zonneschijn.
12-8, Tropisch record in de maand augustus
De thermometer in De Bilt bereikte vandaag weer een temperatuur van boven de 30 graden Celsius. Daarmee ligt het totaal aantal tropische dagen in de maand augustus op zeven. Een nieuw record want sinds 1849 zijn er in deze maand nooit meer dan zes tropische dagen geweest.
26-7,  Neerslag in Nederland 
Het KNMI in De Bilt houdt nauwgezet bij hoeveel neerslag er jaarlijks op welke plek in Nederland valt. Om een betrouwbaar beeld te krijgen, werken de metereologen met gemiddelden over dertig jaar. En daaruit blijkt dat Nijmegen per jaar zo'n 750 millimeter krijgt, en Arnhem tussen de 800 en 875 millimeter. Iets noordelijker valt nog meer. Want voor de vele recreatie-ondernemers op de Veluwe bevatten de klimaatgegevens van het KNMI voornamelijk slecht nieuws. Wie hier vakantie gaat vieren, doet er verstandig aan een paraplu onder handbereik te hebben. De Veluwe is het natste deel van Nederland. Specifieker gezegd: ten westen van Apeldoorn, bij Garderen, valt met 925 millimeter per jaar de meeste neerslag. Maar niet alleen het natste plekje van Nederland ligt in Gelderland, ook het droogste. Het dorp Megchelen in de Achterhoek, is de uitverkorene, maar moet de eer delen met Midden-Limburg. De regenmeters komen daar niet verder dan 700 millimeter per jaar. Uiteindelijk is alles de schuld van de Veluwe. Het effect is hetzelfde als in berggebieden. De wind in Nederland komt meestal uit het westen en zuidwesten. Bij de Veluwe wordt de lucht door de daar aanwezige heuvels gedwongen te stijgen. Ze koelt af en condenseert, met als gevolg meer neerslag. Arnhem ligt tegen de Veluwe aan en krijgt daardoor ook meer regen mee." Nat en droog hangen met elkaar samen. Megchelen ligt ten westen van de Veluwe en de wolken die over de Achterhoekse gemeente drijven, zijn grotendeels al leeggeregend boven de Veluwe. De neerslagverschillen doen zich echter nauwelijks voor in de zomer, maar worden opgebouwd in de wintermaanden want in de zomer regent het sowieso minder, zodat een paar buien al voor afwijkingen kunnen zorgen.
17 juli,  Tropisch record ? 
Op woensdag 16 juli steeg het kwik in de Bilt naar 34.3 graden. Dat betekent een 9e plaats in de afgelopen 100 jaar in welke maand ook. Absoluut koploper blijft de 36.8 graden, gemeten op 27 juni 1947. Op de luchthaven Schiphol werd het 33.3, dat betekende daar wel een record voor juli. In 1994 en 1995 werd het 32.3. Op de luchthaven Zestienhoven werd met 33.3 graden een tweede plek bereikt. Op 9 juli 1959 werd het met 34.2 graden bijna een graad warmer
30 april,   De beste en slechtste Koninginnedagen in De Bilt, 1949 - 2002 

 

Temperatuur (°C)

Neerslag (mm)

Zon (uren)

 

hoogste
max temp

laagste
max temp

 

Natste dag Zonnigste dag

1

26,9  (1993) -2,5  (1954)

 

9,6  (1955) 13,8  (1999)

2

24,2  (1952) -1,8  (1973)

 

8,5  (2001) 13,2  (1966)

3

21,7  (1990) -1,6  (1971)

 

8,4  (1979) 13.0  (1971)

4

21,4  (1987) -0,3  (1996)

 

7,5  (1981) 13,0  (1952)

5

21,3  (1966) -0,2  (1969)

 

6,6  (2002) 12,7  (1990)

6

20,7  (1988) -0,2  (1962)

 

5,3  (1978) 12,7  (1962)

7

19,8  (1955) -0,2  (1951)

 

5,2  (1973) 11,9  (1954)

8

19,2  (1958) 0,1  (1989)

 

4,1  (1982) 11,5  (1965)

9

19,1  (1999) 0,1  (1960)

 

3,6  (1975) 11,0  (1993)

10

19,1  (1994) 0,2  (1967)

 

2,9  (1970) 10,5  (1951)
26 april,  Neerslagtekort
De laatste 2 weken van april laten nogal wat records zien. Tot vandaag was het neerslagtekort, gebruikt voor gewassen, opgelopen tot 38 mm. In 1942 was het tekort over dezelfde periode 46,2 en daarmee komen we op de tweede plaats, gezien over de afgelopen 100 jaar. Verder was het erg zonnig met 104,4 uur in de laatste weken, na de 111,3 uur van 1942, opnieuw de tweede.
18 april, Paasweer
Met Pasen kan het weer erg verschillen van jaar tot jaar. De zonnigste Pasen beleefden we in 1949 met temperaturen tussen 25 en 30 graden. Dat het met Pasen warmer wordt dan 20 graden is afgelopen eeuw slechts 5 keer voorgekomen. In 1994 stormde het en regende het pijpenstelen met 30 millimeter neerslag. Met de paasdagen in 1978 viel er een sneeuwdek van plaatselijk 20 cm.
1 april,  Februari en maart extreem zonnig
De maanden februari en maart van dit jaar hebben samen een zonneschijnduur van ruim 350 uur opgeleverd tegen 193 normaal. Daarmee is het oude record, dat dateert van vorig jaar, met niet minder dan 55 uur scherper gesteld; in 2002 werd in beide maanden 295 uur zonneschijn waargenomen. In februari van dit jaar werd het oude zonneschijnrecord van de afgelopen honderd jaar met maar liefst 25 uur overschreden. In De Bilt werden 158 uren zonneschijn genoteerd terwijl het oude record (van 1975) op ‘slechts’ 135 uur stond. Ook in maart is de totale hoeveelheid zonneschijn in De Bilt uitgekomen rond de recordwaarde van 1931, namelijk 195 uur. Een dergelijke hoeveelheid zon is normaal voor een maand als juli.
26 maart, Zonneschijn record in aantocht
Nadat februari de zonnigste werd van de afgelopen 100 jaar, lijkt ook maart af te stevenen op een record. De teller staat in De Bilt op ruim 160 uur en ook de komende dagen worden nog heel wat zonneschijn verwacht. Het record staat nu nog op 195 uur (1931). Nog niet eerder zijn de opeenvolgende maanden februari en maart zo zonnig geweest als nu. Het oude record dateert van vorig jaar en staat op 295 uur. Woensdagavond de 26e maart  hadden we deze waarde met 320 uur al ruim overschreden.
16 maart,  De hoogste barometerstand ooit gemeten in maart 
Opnieuw beleven we een zeer zonnige periode met uitzondelijk hoge barometerstanden. Bezitters van een barometers zal het niet ontgaan zijn dat de luchtdruk vandaag zeer hoog was met in de Gelderland 1045 hPa. De Bilt noteerde zondagochtend waarden van 1044 hPa. Voor maart zijn dat de hoogste barometerstanden ooit gemeten. Het record voor De Bilt stond op naam van 1 maart 1929 met 1043,3 hPa. In De Bilt stegen de barometers ook op 10 maart 1953 (1041,5 hPa), 4 maart 1948 (1041,0), 19 maart 1998 (1040,9) en 3 maart 1990 (1040,9) tot bijzonder hoge waarden.
10 februari,  Hogedrukgebied
Ons weer wordt de komende week bepaald door een hogedrukgebied. Dit is een gebied waarbij de luchtdruk hoger is dan in de (wijde) omgeving. Is de luchtdruk meer dan 1030 mbar dan is sprake van een krachtig hogedrukgebied. Een hogedrukgebied zorgt doorgaans voor weinig wind en stabiel weer. Bovendien veroorzaakt het dalende luchtbewegingen waardoor bewolking oplost. De wind waait rond een hogedrukgebied met de klok mee.
29 januari,  Polar Low 
Wanneer koude poollucht over het relatief warme water van de Noorse Zee en de Noordzee onze kant opstroomt, vormen zich gemakkelijk talrijke winterse buien. Soms klonteren deze buien samen waarbij ze een kleine, maar actieve depressie kunnen vormen. Deze trekt in de noordwestelijke stroming nog wel eens over ons land en kan daarbij voor hevige sneeuwval zorgen. Een dergelijke sneeuwstoring wordt in de meteorlogie een 'Polar Low' genoemd.
28 januari, Winterse buien
Als koude lucht over een warm oppervlak stroomt, is de atmosfeer onstabiel. Dat betekent dat een pakketje lucht vanaf het aardoppervlak ongeremd kan opstijgen naar grote hoogte. Warme lucht is namelijk lichter dan koude lucht. In de winter zorgt een uitbraak van kou vanuit het noorden dan ook voor veel buien boven de relatief warme zee. Als de bovenlucht maar koud genoeg is, worden de buien zwaar en brengen ze naast regen ook hagel, onweer en sneeuw. Dergelijke buien worden winterse buien genoemd.
14 januari, Koude getal
In de winter wordt soms het koudegetal gebruikt. Dat getal is een maat die gebruikt wordt om een gradatie toe te kennen aan de temperatuur van een winter. Alle negatieve gemiddelde etmaaltemperaturen tussen 1 oktober en 31 maart worden bij elkaar opgeteld en aan de hand van de som krijgt het seizoen het predikaat zacht, normaal of koud. Dit koudegetal is bedacht door de Duitser Hellmann.
9 januari, Strenge vorst
Afgelopen nacht heeft het op veel plaatsen streng gevroren en dat betekent temperaturen onder de –10 graden. Alleen in het westen van het land en op de Waddeneilanden dook het kwik niet onder deze grens. De laagste temperaturen werden gemeten in het oosten van het land. Daar ligt op veel plaatsen een paar centimeter sneeuw waardoor het extra af kon koelen. Nieuw Beerta in het oosten van Groningen was de koudste met een temperatuur van –15,2 graden. Dat is de laagste temperatuur tot nu toe in deze winter. Overigens bleef de wind nog een beetje waaien, als dat niet was gebeurd was het nog een paar graden kouder geweest.Hiermee zijn we trouwens nog lang niet in de buurt van de allerlaagste temperaturen die in Nederland zijn opgetekend. Winterswijk heeft het record met -27,4 graden op 27 januari 1942. Meer recent was de temperatuur van –24,8 graden. op de Veluwe op 8 januari 1985.
8 januari, Koude- of Hellmangetal
Om het karakter van een winter te bepalen heeft de Duitse wetenschapper Hellmann een aardige methode ontwikkeld. Hij kijkt naar de som van de negatieve etmaalgemiddelden en kent daar punten aan toe. Hoe hoger het Hellmann getal, des te kouder is de winter.

Hoe berekenen we de som van de negatieve etmaalgemiddelden. Normaal gaat dat over het gemiddelde over 24 uurvakken, maar eenvoudiger gaat het als volgt. Stel het minimum is -5 en het maximum +1. Het gemiddelde is dan -4 gedeeld door 2 is 2. Dat betekent 2 koudepunten

7 januari, Hogedrukgebied
Veel weerberichten gaan over hogedrukgebieden, maar wat is dat nou eigenlijk? Een hogedrukgebied is een gebied op aarde waarbij de luchtdruk hoger is dan in de (wijde) omgeving. Is de luchtdruk meer dan 1030 mbar dan is er sprake van een krachtig hogedrukgebied. Een hogedrukgebied zorgt doorgaans voor weinig wind en stabiel weer. Bovendien veroorzaakt het dalende luchtbewegingen waardoor bewolking oplost. De wind waait rond een hogedrukgebied met de wijzers van de klok mee.
5 januari,  Wanneer is er sprake van een sneeuwdek ?
. Als het terrein voor het grootste deel bedekt is met een laagje sneeuw van tenminste 1 cm. Je mag dan ook spreken van een sneeuwdekdag. Het vaststellen van de hoogte van het sneeuwdek werkt als volgt. Men doet 6 metingen en neemt daarvan het gemiddelde. De sneeuw ligt meestal niet overal even hoog vanwege de wind en andere factoren in het terrein.
3 januari, Sneeuwvlokken
Sneeuwvlokken zijn niet altijd even groot. Tijdens lichte motsneeuw zijn de vlokjes soms nauwelijks waar te nemen. Bij temperaturen rond nul en een matige tot zware neerslagintensiteit zijn vaak de grootste vlokken te zien.