|
Wederweetjes 2005
|
21-5 Buien in het voorjaar |
In
het voorjaar stroomt met een zuidelijke wind vaak warme lucht naar het
noorden. Een lagedrukgebied bevindt zich dan ten westen van ons land. Als
in een later stadium zo'n lagedrukgebied iets dichterbij komt is de weg
gebaand voor het ontstaan van pittige buien. Op de late zaterdag van 21
mei was dat ook het geval getuige de radar. De buien ontstonden in het
zuidwesten van het land en trokken in de loop van de avond in
noordoostelijke richting over het land. Op veel plaatsen heeft het
geonweerd. De buien lieten tussen de 2 en 10 mm water achter, een
behoorlijke plons dus op sommige plaatsen. |
19-1
Storm en zachte lucht |
Stormdepressies
brengen grote hoeveelheden lucht in beweging en in het najaar en de winter
wordt het dan meestal erg zacht. Onder extreme omstandigheden kan de
temperatuur midden in de winter in ons land oplopen tot 15 of 16 graden.
De hoogste temperatuur kan op elk tijdstip van de dag en zelfs midden in
de nacht optreden, omdat het temperatuurverloop onder deze omstandigheden
voornamelijk wordt bepaald door de aanvoer van zachte lucht en niet door
zonnestraling. Na de passage van een koufront aan de achterkant van de
depressie stroomt weer koudere lucht binnen. Bij een stormachtige wind of
windkracht 8 op de schaal van Beaufort ligt de windsnelheid gemiddeld over
tien minuten tussen 17 en 21 meter per seconde (62 tot 74 kilometer per
uur). De wind is dan sterk genoeg om takjes en twijgjes af te breken,
terwijl lopen en fietsen tegen de wind in moeilijk is. Tijdens
verraderlijke windvlagen waait het korte tijd nog harder. Bij vlagen van
meer dan 100 kilometer per uur wordt een waarschuwing gegeven voor zeer
zware windstoten. Storm wordt veroorzaakt door diepe depressies, maar de
kracht van de storm hangt vooral af van de koers en positie van zo'n
lagedrukgebied. Trekt de kern van de depressie op grote afstand ten
noorden van ons land langs, dan wordt de storm in de regel niet zwaar,
maar kan het wel geruime tijd stormachtig en regenachtig weer zijn. Een
stormdepressie of randstoring daarvan die dicht langs of over ons land
trekt kan wel aanleiding geven tot een zware storm. De meeste en hevigste
stormen komen voor in de periode oktober tot en met maart. In het
winterhalfjaar houdt de storm in de regel langer aan dan in de zomer. Een
zomerstorm duurt gemiddeld ongeveer 9 uur, terwijl een winterstorm
gemiddeld 15 uur woedt, maar soms ook enkele dagen kan aanhouden.
Bijzonder zware stormen duren in het algemeen het langst omdat het een
tijd duurt voor de storm zijn maximum bereikt en de wind meestal maar
langzaam afneemt. |
|
|
|