Terug naar de begin pagina met het weer in Silvolde

 Actueel
 Webcam

 Weerbericht
 Weerpresentatie

 Weerpraat
 Weeroverzicht
 Weerstations
 Weergaloos
 Weerweetjes
 Weerlinks

 Weerdag
 Te koop
 Banner
 Stationinfo
 Weerdiensten

 Regiolinks
 Regioagenda
 Boertour

 Gastenboek
 Contact

reactie op de website, voor meer info klik op contact

Weerweetjes 2002
Weerweetjes 2004 
2005 2003 2002
14-7 Regen of een bui
In de weerberichten wordt onderscheid gemaakt tussen buien en regen. De term "bui" wordt gebruikt voor een wolk, waaruit het korte tijd regent, in het algemeen korter dan een uur. Wordt gedurende langere tijd regen verwacht uit een min of meer gesloten wolkendek dan wordt dat als "regen" aangekondigd. Daarbij wordt ook nog onderscheid gemaakt tussen "af en toe regen" of "perioden met regen" voor het geval het nu en dan droog is, maar het niet opklaart. Het voornaamste verschil tussen buien en regen is niet alleen dat het af en toe droog is, maar ook dat de zon zich tussen de buien door kan laten zien. Buien onderscheiden zich ook van aanhoudende regen door grotere wisselingen in neerslagintensiteit. In het algemeen zal het uit een buienwolk minder gelijkmatig en vaak harder regenen dan uit een gesloten wolkendek. Wanneer een gebied met slecht weer overtrekt komt het vaak voor dat het eerst een tijd onafgebroken regent en er daarna buien vallen. Een weerbericht waarin staat: "eerst regen, later buien", is dus goed mogelijk. Bij onweersbuien moet men bedacht zijn op plotselinge en heftige verschijnselen zoals windstoten, zware regen of hagel. Bij hevige buien of wanneer zich laat aanzien dat de buien zwaar worden, dan worden de windstoten en hagel apart vermeld en worden de waarschuwingen ook via de verkeersinformatie gegeven. Het woord "bui" werd vroeger door zeilers ook gebruikt voor een plotselinge windvlaag van windkracht 6 of meer. In de zeilwereld werden verschillende typen buien onderscheiden. Naast de normale bui kende men ook de "zwarte bui" met een erg donkere lucht. Een minder donkere en onschuldig uitziende buienwolk werd "witte bui" genoemd. De naam zou ontleend zijn aan de wit gekuifde zee die de wind kan veroorzaken. Daarnaast onderscheidde men de "stille bui" die alleen maar merkbaar werd aan de plotselinge windtoename, maar in de lucht nauwelijks of niet te zien is. Verder bestaan er nog aanduidingen, zoals vallende bui, vliegende bui, boogbui, cyclonische bui en noordwesterbui. In de Verenigde Staten word een flinke of zware bui met rukwinden en eventueel onweer aangeduid als "storm", een heel ander begrip dan het Nederlandse storm dat staat voor windkracht 9.
7 juli, Hoge- en lagedrukgebieden
In de weerberichten is vaak sprake van hoge- en lagedrukgebieden. Een hogedrukgebied is een gebied waarin de luchtdruk, relatief ten opzichte van de omgeving, hoog is. Dit in tegenstelling tot een lagedrukgebied, waarin juist relatief lage barometerstanden worden gemeten. Stijgende luchtdruk kondigt meestal een weersverbetering aan, terwijl dalende druk vaak tot een weersverslechtering leidt. In de praktijk zal dat echter niet altijd het geval zijn. In een gebied met hoge luchtdruk komt de atmosfeer wel tot rust, maar dat kan juist aanleiding geven tot de vorming van mist of lage bewolking. Zelfs een miezerige regen behoort in een hogedrukgebied tot de mogelijkheden. Op de nadering van een lagedrukgebied uit het westen, ook wel depressie genoemd, draait de wind naar zuidelijke richtingen. Vandaag nadert echter een depressie uit het zuiden en dan draait de wind bij ons naar het oosten tot noordoosten. Voor ons land betekent dat aanvoer van drogere lucht. Het weer verbetert dus terwijl de luchtdruk daalt. Pas wanneer de fronten van de depressie passeren, verslechtert het weer. Een front is een overgangsgebied naar een andere luchtsoort, bijvoorbeeld koudere lucht. In dat geval wordt ook wel gesproken van een koufront. De begrenzing van warmere lucht wordt een warmtefront genoemd. De tegenstellingen in temperatuur, die in de omgeving van fronten voorkomen, kunnen aanleiding geven tot vorming van neerslag of buien. Achter een koufront kunnen sterke luchtdrukstijgingen voorkomen, waardoor de wind flink kan toenemen. Snelle luchtdrukveranderingen gaan vrijwel altijd gepaard met slecht weer. Het verband tussen luchtdruk en weer is echter niet zo simpel als de meeste barometers ons doen geloven.
17 april, Nederland één keer het warmste gebied van Europa 

Vaak is het niet, maar er zijn dagen dat Nederland tot de warmste gebieden van Europa behoort. En 17 april 2004 was een van die dagen. Afgelopen zaterdag konden we met recht spreken van warme dag want op uitgebreide schaal werd in Nederland de grens van 20 graden overschreden. Het warmst werd het in het oosten. Op de vliegbasis Twenthe en in het Limburgse Arcen bereikte de temperatuur een maximum van 23 graden.

Op slechts enkele plaatsen in Europa werd het net zo warm. Het Duitse Fritzlar meldde eveneens een maximum van 23 graden, net als Murcia in Spanje en Heraklion op Kreta. Slechts op een plek in heel Europa werd het nog net iets warmer. In Methoni, een plaats in het uiterste zuidwesten van Griekenland, liep de thermometer op tot 24 graden.