Weerweetjes
2002
|
|
|
27
december, de kerstdagen zacht verlopen. |
De afgelopen kerstdagen verliepen
erg zacht in Nederland. Op veel plaatsen werd het zachter dan 10 graden en
in het zuiden werd het plaatselijk zelfs 13 graden gemeten. Dit waren net
geen recordwaarden, want in 1974 verliepen de beide feestdagen nog
zachter. Dat jaar werd het in De Bilt op zowel de eerste als tweede
kerstdag 12 graden en in het zuiden werden kwikstanden van 14 graden
gemeten. De warmste kerstdag ooit in De Bilt was op 25 december 1997. Die
dag werd het 12,8 graden. |
|
24
december, Een witte kerst zeldzaam |
Een witte Kerst is in Nederland een
zeldzaamheid. Officieel spreekt het KNMI van een witte Kerst als er op
beide dagen in De Bilt een gesloten sneeuwdek gemeten wordt. Dat was voor
het laatst het geval in 1981. De afgelopen 100 jaar was Kerstmis in
Nederland daardoor slechts 7 keer wit. In onze regio valt echter veel
vaker sneeuw met de Kerst. Zo verliep vorig jaar de Tweede Kerstdag deels
wit en ook in de jaren 90 viel er regelmatig sneeuw. |
|
10
november, Kil weer |
In de winter is het soms waterkoud
of kil. Het gaat daarbij om een hoge luchtvochtigheid, veel bewolking en
het is koud. Het kan dan heel rustig of zelfs windstil zijn, maar vaak
staat er ook een stevige wind bij. We hebben ermee te maken wanneer een
lagedrukgebied op ons afkomt. De wind wakkert dan, afhankelijk van zijn
koers, aan uit richtingen tussen zuid en oost. |
26
oktober, Grote zuidwester-storm |
Nederland is zondag getroffen door
één van de zwaarste oktoberstormen in meer dan 90 jaar. Afgaande op
uurgemiddelde windkracht kwam IJmuiden uit op windkracht 11 (zeer zware
storm). Het uurgemiddelde windsnelheid bedroeg 111 km/uur, in 1911 (30
september/1 oktober) stond er op
Hoek van Holland 108 km/uur. De maximale windstoten kwamen aan de kust uit
op ruim 140 km/uur (Vlissingen 148, IJmuiden 140), in oktober zijn in het
verleden alleen in 1967 en 1987 (de grote Engelse storm) toppers tot 144
km/uur gemeten: eveneens op IJmuiden. Wat opviel was de windkracht in het
binnenland (zelfs Maastricht meldde voluit westzuidwesterstorm) en er
waren orkaanvlagen in het oosten. Op de vliegbasis Twenthe werd een
schuiver van 126 km/uur gerapporteerd en dat verklaart ook waarom het
bomenbestand zo zwaar te lijden heeft gehad van het windgeweld. Het is
voor Nederland als geheel (in het noordoosten viel het gisteren wel mee)
de zwaarste storm geweest sedert 25 januari 1990. Die storm alsmede
de stormen van januari 1976, april 1973 en november 1972, hadden een veel
grotere impact op de samenleving omdat ze veel
langer aanhielden. |
|
13
oktober, Lage temperaturen |
De afgelopen dagen was de
temperatuur laag, maar het echte winterweer laat toch nog even op zich
wachten. De winter was echter niet ver weg. In Noordoost-Duitsland lag de
middagtemperatuur maar net boven het vriespunt en in Berlijn en omstreken
sneeuwde het enige tijd. De vroegste sneeuw ooit van het seizoen in
Nederland werd gemeld op 13 oktober 1975. Een groot deel van het land werd
toen bedekt door een laagje sneeuw en enkele centimeters. |
|
10
oktober, Wanneer is het schraal- en wanneer is het guur weer |
Schraalweer: Er is weinig of geen
bewolking, de temperatuur is lager dan normaal, de relatieve
luchtvochtigheid is laag en er staat een stevige wind boven land
tenminste windkracht 4 |
Guur weer: Er is veel bewolking,
er is veel wind met boven land windkracht 5 of meer, een hoge
relatieve luchtvochtigheid, er vallen vaak ook nog geregeld
buien. |
|
De termen guur- en schraalweer worden vooral in de
winter gebruikt |
|
|
1
oktober, Bladeren beginnen te verkleuren. |
In de herfst verkleuren bladeren
van loofbomen van kleur. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de afname
van het aantal uren zonneschijn. Door minder zon en lagere temperaturen
neemt de productie van bladgroenstoffen af. Hierdoor verkleurt het blad.
Daarna wordt een kurkachtige stof aangemaakt die zorgt dat de steel van
het blad van de tak afgesloten wordt en het blaadje gemakkelijk van de
boom valt. |
|
23
September, Wanneer begint de herfst ? |
Maandag 23 september om 6:55 uur
begint volgens
de kalender de astronomische herfst. De zon staat dan precies boven de
evenaar, waardoor dag en nacht overal op aarde even lang duren. De
astronomische herfst begint meestal op 23 september. Dat heeft onder
andere te maken met het feit dat de baan van de aarde geen cirkel is en we
eens in de vier jaar een schrikkeljaar hebben. In het begin van de 20e
eeuw viel de eerste herfstdag enkele keren zelfs op 24 september, het
laatst in 1931. |
|
8
Augutus, zware buien in de zomer |
In de zomer zijn de buien vaak
zwaarder dan in de winter. De reden hiervoor is makkelijk te verklaren. De
hoeveelheid regen die uit een bui valt, wordt namelijk bepaald door de
gemiddelde temperatuur in de wolk. Hoe kouder het is, des te minder vocht
kan de wolk bevatten. Aangezien de temperatuur in de zomer natuurlijk
hoger is dan in de winter, kunnen wolken in de zomer dus veel meer
regendruppels produceren. Maar de hogere temperatuur veroorzaakt nog een
tweede effect. De wolken weten ook meer energie uit de warmte te halen en
worden daardoor veel hoger. In de zomer zijn ze soms 12 km hoog, in de
winter zelden meer dan 8. De extra 4 km produceert ook extra regen. |
|
4
Augusutus, wind en waterhozen waargenomen |
Zondagmiddag werden boven de Wadden
enkele waterhozen waargenomen. Lichte hozen komen in ons land vrijwel
jaarlijks voor. Hozen boven water het meest in augustus en dan boven de
Waddenzee. Wanneer de temperatuur van het water aardig op temperatuur is
en er koude lucht in hogere luchtlagen aanwezig is, dan onstaan
gemakkelijk waterhozen. Ze ontstaan dus als de lucht in een klein deel van
de buienwolk snel opstijgt waardoor een rotatie in de aangezogen lucht
ontstaat. |
|
31
Juli Zware buien verklaart |
In de zomer zijn de buien vaak
zwaarder dan in de winter. De reden hiervoor is makkelijk te verklaren. De
hoeveelheid regen die uit een bui valt, wordt namelijk bepaald door de
gemiddelde temperatuur in de wolk. Hoe kouder het is, des te minder vocht
kan de wolk bevatten. Aangezien de temperatuur in de zomer natuurlijk
hoger is dan in de winter, kunnen wolken in de zomer dus veel meer
regendruppels produceren. Maar de hogere temperatuur veroorzaakt nog een
tweede effect. De wolken weten ook meer energie uit de warmte te halen en
worden daardoor veel hoger. In de zomer zijn ze soms 12 km hoog, in de
winter zelden meer dan 8. De extra 4 km produceert ook extra regen. |
|
22
juli Aardbeving in Nederland |
Bij
het Duitse Alsdorf, net over de grens bij Kerkrade, vond in de ochtend om
7:45 uur een aardbeving plaats met een kracht van 4,9 op de schaal van
Richter. Veel Nederlanders zijn
opgeschrikt door een serie lichte trillingen van de aarde. Ze waren het
gevolg van een aardbeving waarvan het epicentrum lag tussen Kerkrade en
het Duitse plaatsje Alsdorf, enkele kilometers Duitsland in. De beving
vond plaats op een diepte van naar schatting tien kilometer en had een
kracht van 4,9 op de schaal van Richter. De trillingen zijn in vrijwel
geheel Nederland, een groot deel van België en het westelijk deel van
Duitsland gevoeld. In Duitsland ontstond
behoorlijke schade aan auto’s en gebouwen. Schoorstenen vielen om, in
woningen ontstonden scheuren en auto's raakten beschadigd door vallende
dakpannen. In Nederland was de schade veel minder groot. In het gebied
rond Heerlen en Kerkrade kwamen ruim tien meldingen binnen van ontzette
schoorstenen en dakkapellen en scheuren in muren. Persoonlijke ongelukken
deden zich voor zover bekend niet voor. Wel kwamen bij de meldkamer van de
politie in Maastricht diverse telefoontjes binnen van Limburgers die door
de trillingen uit hun bed waren gevallen. |
|
Hondsdagen
19 Juli t/m 18 Augustus |
De tijd van de hondsdagen is een
zomerperiode waarin het weer vaak erg warm en broeierig kan zijn. De
combinatie van hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid maakt dat
het geregeld benauwd aanvoelt en onweersachtig is. Het weerbeeld
tijdens de Hondsdagen is trouwens in enkele gevallen onstabiel. Vandaar
ook de weerspreuk behorend bij Sint Margriet dat op 20 juli valt; “Regent het op Sint-Margriet, dan zes weken regen dat het giet.” De
hondsdagen werden in de Romeinsetijd ook wel beschouwd als de droogste tijd
van het jaar. Heel dikwijls wordt in deze tijd het topje van de zomer
bereikt. Maar als het weer in de 'Grote Hond-periode' wisselvallig is dan herstelt het zich vaak moeilijk. De benaming 'hondsdagen' is ontleend
aan de hondsster Sirius. De hondsster is in de ochtendschemering
zichtbaar op onze breedte tussen 19 Juli en 18 Augustus. De naam
hondsdagen komt ook uit de tijd toen er nog geen koelkasten bestonden want
het eten bedierf sneller en het werd dan vaak aan de hond gevoerd. |
|
Schaapscheerderskou |
Zomerweer in juni houdt zelden de
hele maand stand. Meestal draait de wind na de eerste zomerse of zelfs
tropische dagen van zuid naar noordwest of noord. Daarmee stroomt
aanzienlijk koelere lucht uit het Noordzeegebied Europa binnen. Zo'n
weersomslag van warm en zonnig in koel en somber weer is in juni niet
ongewoon. Vooral rond het midden van de maand moeten we het vaak bezuren.
Schaapscheerders maakten vroeger van deze grijze koele periode gebruik om
de schapen te scheren, vandaar de benaming schaapscheerderskou. Meestal
houdt dat koele en sombere weer wel enkele dagen aan, zodat de kale huid
van de schapen niet blootgesteld wordt aan de felle junizon. |
|
21
juni langste daglichtperiode, zomer begint om 15:24 uur |
In juni bereikt de zon de hoogste
stand en staat ze ook het langst boven de horizon op het noordelijk
halfrond. Wordt de zon niet gehinderd door bewolking, dan kan ze in het
noorden van Nederland maximaal zo'n 17 uur schijnen. In Zuid-Limburg is
het wat korter, maar ook nog 16,5 uur. Toch zijn er ook jaren dat de zon
zelfs in deze tijd van het jaar amper schijnt. Dat gebeurde bijvoorbeeld
25 jaar geleden toen er bijna een week lang (van 15 tot en met 21 juni)
amper zonneschijn was. Uiteindelijk werd juni 1977 ook één van de
somberste juni-maanden van de eeuw. |
|
Tropische dag |
Als de temperaturen boven de 30
graden uitkomen ! Wordt die grens overschreden dan noemen we
dat een tropische dag. Gemiddeld komen er 2 tot 4 tropische dagen per jaar
voor, waarvan meestal 1 in de maand juni Om een warme periode een hittegolf te mogen noemen is echter meer nodig
dat twee warme dagen. Het moet 5 dagen achtereen minimaal 25 graden worden
waarvan ook nog eens 2 van 30 graden of meer. |
|
Mei
temperaturen |
Mei en juni zijn vaak de mooiste
maanden van het jaar, tenminste wat de natuur betreft. Alle struiken en bomen lopen uit en veel planten staan in bloei. Alles is
in deze tijd van het jaar nog mooi lichtgroen, later in de zomer wordt het
langzaam alweer minder. Vaak is warmte in het voorjaar goed te verdragen.
De zon kan het kwik overdag flink opstuwen, maar in de nachten koelt het
meestal behoorlijk af. In juli en augustus is het tijdens warme perioden
vaak vochtiger en blijft de temperatuur ook in de nachten hoog, zodat de
warmte in de huizen blijft hangen. De laatste vier jaar zijn we in mei erg verwend wat het weer betreft. We
hadden drie meimaanden die veel te warm waren. Alle drie staan in de top
tien van warmste meimaanden van de 20ste eeuw:
Mei top tien van de Bilt 1901 - 2000 |
1. 1992 15.6 |
2. 1947 15.1 |
3. 1998 14.9 |
4. 2000 14.7 |
5. 1917 14.7 |
6. 1989 14.6 |
7. 1988 14.4 |
8. 1993 14.3 |
9. 1999 14.2 |
10. 1937 14.2 |
|
|
21
mei
de eerste officiële zomerse dag in 2002 |
De temperatuur is dinsdagmiddag
(21-5) in De Bilt opgelopen tot 25,0 graden. Daarmee heeft ook het KNMI de
eerste zomerse dag van het jaar geboekt. Een zomerse dag is in de
meteorologie een dag met een maximumtemperatuur van 25,0 graden of meer.
Eerder al, op 16 en 17 mei werden ook in het zuiden zomerse temperaturen
gemeten. Mei levert normaal 2 zomerse dagen op, maar soms zijn het er veel
meer. In 1999 begon op 5 mei een serie van twaalf zomerse dagen, een nieuw
record. Het vorig record was een ononderbroken serie van 7 zomerse dagen
in mei 1998. In 1992, toen we de warmste mei in zeker honderd jaar
beleefden leverde de hele maand mei 12 zomerse dagen op, een aantal dat
dus ook in 1999 is gehaald. bron
K.N.M.I. |
|
Pinksteren
2002 |
Pinksteren valt bijna altijd tussen
half mei en half juni. Normaal gesproken is dat de meest zonnige tijd van
het jaar. Niet verwonderlijk dus, dat het met Pinksteren vaak fraai en
warm weer is. In de vorige eeuw werd het met Pinksteren 42 keer warmer dan
20 graden en 16 keer daarvan ook nog warmer dan 25 graden. Helaas was het
beeld de afgelopen jaren wat minder goed, vooral vorig jaar. Op eerste
Pinksterdag 3 juni moesten we toen genoegen nemen met een
maximumtemperatuur van 12 graden. De meest slechte Pinksteren ooit, was
waarschijnlijk die van 26 en 27 mei 1860. Een zware storm trok toen over
Nederland die enorme schade aanrichtte. In die tijd bestond er nog geen
weersverwachting en deze Pinksterstorm bracht de toenmalig KNMI-directeur
Buys Ballot op het idee stormwaarschuwingen uit te gaan geven. |
|
Wanneer
beginnen de seizoenen in 2002? |
Seizoen |
Meteorlogisch |
Astronomisch |
|
Lente |
1 maart |
20 maart 20.16 uur |
|
Zomer |
1 juni |
21 juni 15.24 uur |
|
Herfst |
1 september |
23 september 6.55 uur |
|
Winter |
1 december |
22 december 2.14 uur |
|
|
|
|
|